-
1 hij is geweldig
hij is geweldigVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is geweldig
-
2 hij zingt geweldig
hij zingt geweldigVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij zingt geweldig
-
3 geweldig
♦voorbeelden:zich geweldig inspannen • take great pains, go to great lengthsje hebt me geweldig geholpen • you've been a great helpdie jurk staat haar geweldig • that dress looks smashing on herhij zingt geweldig • he sings wonderfullygeweldig! • great!, terrific! -
4 hij is aardig/goed/geweldig op dreef
hij is aardig/goed/geweldig op dreefhe's in good/excellent/splendid form, he's at the top of his formVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is aardig/goed/geweldig op dreef
-
5 Klasse
Klasse〈v.; Klasse, Klassen〉3 klas(se), categorie ⇒ rang(orde), soort, kwaliteit7 〈 sport en spel〉klas(se), afdeling♦voorbeelden:eine Fahrkarte zweiter Klasse • een tweedeklaskaartje -
6 er ist ganz große Klasse
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > er ist ganz große Klasse
-
7 great
adj. groot; belangrijk; groots; uitstekendgreat1[ greet]♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord voornamelijk meervoud; the〉1 groten ⇒ vooraanstaande/prominente figuren♦voorbeelden:1 great and small • iedereen, uit alle lagen van de bevolkingIII 〈meervoud; Greats〉1 eindexamen (voor Bachelor of Arts) 〈 in Oxford, in het bijzonder in klassieke letteren en wijsbegeerte〉————————great2〈 greatness〉♦voorbeelden:1 a great man • een groot/nobel manI'm the greatest! • ik ben de allergrootste!II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 groot ⇒ belangrijk, vooraanstaand6 groot ⇒ ijverig, enthousiast♦voorbeelden:Greater London • Groot Londena great occasion • een belangrijke gelegenheidthe Great Powers • de grote mogendhedenthe Great Wall of China • de Chinese Muura great loss • een zwaar verliesa great many • heel wat, een heleboelGreat Dane • Deense dogGreat Divide • hoofdwaterscheiding 〈 in het bijzonder Rocky Mountains〉; 〈 figuurlijk〉 grens tussen leven en doodgreat crested grebe • fuut〈 slang〉 go great guns • veel succes hebben, als een trein lopenat great length • uitvoeriggo to great lengths • erg ver gaan, erg zijn best doenhe's a great one for forgetting his diary • hij vergeet altijd maar zijn agendano great shakes • niets bijzonders, niet iets om over naar huis te schrijvenbe in great spirits • opgewekt zijnset great store by/on • grote waarde hechten aanthe greatest thing since sliced bread • iets fantastischgreat tit(mouse) • koolmeesthe Great War • de Eerste Wereldoorlog1 goed ⇒ bedreven, handig♦voorbeelden:————————great3♦voorbeelden: -
8 something
adv. op bepaalde wijze; iets--------n. iets--------pron. iets, een ding; en iets ( dertig en nog iets, etc.)something1[ sumθing] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 iets♦voorbeelden:1 I've bought you a little something to take with you • ik heb een kleinigheidje voor je gekocht om mee te nemen————————something2♦voorbeelden:he dropped something • hij liet iets vallenhe must have forgotten something or other • hij moet het een of ander vergeten zijnseventy something • zeventig en nog watthere's something in/to it • daar is iets van aanit's something like a church • het ziet er min of meer uit als een kerkit came as something of a surprise • het kwam een beetje als een verrassinghe's something of a painter • het is een niet onverdienstelijk schilder————————something3♦voorbeelden: -
9 some
adj. enige, enkele; iets; bepaald; serieus (i.d. spreektaal)--------adv. op een speciale manier; heel veel (i.d. spreektaal)--------pron. enkele, sommigesome1[ sum] 〈 voornaamwoord〉1 wat ⇒ iets, enkele(n), sommige(n), een aantal♦voorbeelden:some say so • er zijn er die dat zeggen————————some22 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 enigszins ⇒ een beetje; 〈 ironisch〉 geweldig, formidabel♦voorbeelden:he was annoyed some • hij was een tikje geïrriteerd————————some3♦voorbeelden:some day I'll know • ik zal het ooit wetensome plumber he is! • wat een klungelaar van een loodgieter! -
10 énorme
énorme [eenorm]1 enorm ⇒ geweldig, ontzettend♦voorbeelden:énorme majorité • overweldigende meerderheidc'est énorme • het is ongehoordil a reconnu ses fautes, c'est déjà énorme • hij heeft zijn fouten toegegeven, dat is al heel waténormément de • ontzettend veeladj1) geweldig, ontzettend2) enorm (groot), gigantisch -
11 fier
1 trots ⇒ hooghartig, -moedig♦voorbeelden:faire le fier • uit de hoogte doenfier comme Artaban • zo trots als een pauw————————〈 werkwoord〉1 vertrouwen (op) ⇒ rekenen (op), afgaan (op)♦voorbeelden:1 ne vous y fiez pas! • wees op je hoede!fiez-vous à moi • laat dat maar aan mij overcatalogue auquel on peut se fier • betrouwbare catalogus1. v( se fier (à)) vertrouwen (op)2. fier/fièreadj( se fier (à))1) trots2) nobel, waardig3) geweldig -
12 groß
groß1〈bijvoeglijk naamwoord; größer, (am) größt(en)〉♦voorbeelden:das ist ganz große Mode • dat is de grote mode〈 figuurlijk〉 die Großen der Welt • de grote heren, de grote lui, de groten der aardeunsere Große • onze grootste dochter, oudsteunser Großer, Größter • onze oudste (zoon, jongen)〈 informeel〉 das war ganz groß! • dat was geweldig, fantastisch!im Rechnen ist er groß • wat rekenen betreft is hij een hele pietim Großen betrachtet, gesehen • over het algemeen beschouwd, globaal genomenim Großen (und) Ganzen • over het geheel genomen, in het algemeenim Großen einkaufen • in het groot inkopenim Großen handeln • in het groot handelen, (een) groothandel drijven〈 figuurlijk〉 groß und breit • lang en breed, uitvoerig————————groß2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 eine groß angelegte Aktion • een groots opgezette, grootscheepse actiejemanden groß anblicken, ansehen • iemand met grote ogen aankijkenwas ist da groß zu sagen? • wat moet je daar nou op zeggen?was ist das schon groß? • wat is daar nou aan? -
13 bad
adj. (Canadese en Amerikaanse Slang) goed, buitengewoon, groots, wonderbaarlijk--------adj. schadelijk; minderwaardig; ernstig, acuut; kwaadaardig (Bv.: Roken is schadelijk voor de gezondheid); gebrekkig, niet juist werkend; bedorven, verrot (zoals bedorven vlees)--------adv. slecht, naar; vals--------n. slecht, naar; valsbad1[ bæd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pech♦voorbeelden:take the bad with the good • het goede met het kwade nemen————————bad21 slecht ⇒ minderwaardig, verkeerd2 kwaad ⇒ kwaadaardig, stout, ondeugend3 ziek ⇒ naar, pijnlijk4 erg ⇒ ernstig, lelijk6 vals♦voorbeelden:1 bad air/meat • bedorven lucht/vleesbad conscience • slecht gewetenin bad order • in slechte staat〈 spreekwoord〉 a bad workman always blames his tools • een kwaad werkman vindt nooit goed gereedschapgo bad • bedervenbad-mannered • ongemanierdnot half/so bad • niet zo gek/slechtI am bad at football • ik ben niet goed in voetballenbad boy • stoute jongenin bad faith • te kwader trouwbad feeling • bitterheidbad language • grove taalfrom bad to worse • van kwaad tot ergerfeel/be taken bad • zich ziek/beroerd voelenbad debt • oninbare schuld/vorderingcome to a bad end • slecht aflopenbe in a bad way • er slecht aan toe zijnmake the best of a bad bargain • er het beste van makenbe in someone's bad book(s) • bij iemand in een slecht blaadje staanmake someone appear in a bad light • iemand in een kwaad daglicht stellenbad luck • pechbe on bad terms with • een slechte verstandhouding hebben metthat looks bad • dat voorspelt niet veel goeds〈 informeel〉 (that's) too bad • (dat is) zonde/jammer(just) too bad (for you) • pech gehad, daar kan ik niets aan veranderenwith (a) bad grace • met tegenzinkeep bad hours • laat naar bed gaan————————bad3〈bijvoeglijk naamwoord; badder〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 fantastisch ⇒ geweldig, prima, fijn————————bad4〈 bijwoord〉→ badly badly/ -
14 bully
adj. aardig, plezierig--------interj. mooi--------n. aanstichter, opstoker--------v. aanstichten, opstokenbully11 bullebak ⇒ beul, kwelgeest♦voorbeelden:————————bully21 prima♦voorbeelden:1 bully for you • bravo!, wat geweldig van jou!————————bully3〈 bullied〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
15 mean
adj. gemiddeld; door middel; gemeen, verachtelijk; armoedig, arm, pover; bedelaar; minderwaardig--------n. middelmaat, middenweg; gemiddelde (waarde)--------v. bedoelen; menen; weten; betekenenmean1[ mie:n]II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:by means of • door middel/bemiddeling vanby no means, not by any (manner of) means • in geen gevala means to an end • een middel om een doel te bereikenlive beyond one's means • boven zijn stand leven→ fair fair/————————mean2〈 meanness〉♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:mean price • middenprijs————————mean3♦voorbeelden:1 mean ill/well (to/towards/by someone) • het slecht/goed menen (met iemand)II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bedoelen4 menen6 betekenen ⇒ beduiden, neerkomen op♦voorbeelden:2 what do you mean by that? • wat bedoel je daarmee?; wat heeft dat te betekenen?he means you no harm/no harm to you • hij wil je geen kwaad doenI mean to leave tomorrow • ik ben van plan morgen te vertrekken4 get out, and I mean it! • eruit, en ik meen het! -
16 terrible
adj. vreselijk, verschrikkelijk[ terrəbl]1 verschrikkelijk ⇒ vreselijk, afschuwelijk2 ontzagwekkend ⇒ geweldig, enorm3 〈 informeel〉(verschrikkelijk/ontzettend) moeilijk/groot/slecht♦voorbeelden:he is terrible at tennis • hij speelt ontzettend slecht tennis -
17 wild
adj. wild; woest; ongecontroleerd; kwaad; te keer gaan; stormachtig; niet natuurlijk--------adv. wild; ongecontroleerd; doelloos--------n. woestenij, wildernis; (vrije) natuur; (in het) wildwild1[ wajld]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; the; vaak meervoud〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————wild2〈 wildness〉3 onbeheerst ⇒ onstuimig, grillig, losbandig6 dol ⇒ gek, waanzinnig7 woest ⇒ woedend, razend♦voorbeelden:drive wild • gek makengo wild • gek wordenwild idea • fantastisch ideea wild guess • een gok/gissing in het wilde weg, zomaar een gokwild horses wouldn't get/drag it from/out of me! • voor geen geld ter wereld vertel ik hethe has sown his wild oats • hij is zijn wilde haren kwijtwild camping • vrij kamperenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 woest ⇒ enthousiast, dol♦voorbeelden:————————wild3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
18 enorm
♦voorbeelden:'t is enorm • c'est extraordinairehij heeft enorm veel geld • il a énormément d'argent -
19 gruwelijk
♦voorbeelden:hij werd gruwelijk mishandeld • il a été cruellement maltraité -
20 ontzettend
♦voorbeelden:het is ontzettend mooi weer • il fait drôlement beauontzettend lang geleden • il y a un temps fouer zijn ontzettend veel mensen • il y a un monde fou
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia
Jäger — 1. Alte Jäger hören noch gern blasen. Holl.: Oude jagers hooren de tromp gaarne. (Harrebomée, I, 352a.) 2. Auch der beste Jäger kann nur Rehe schiessen, wo es deren gibt. 3. Dem Jäger ist die Flinte kein Spielzeug. Keine Nebensache, sagen die… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon